Vervolg Wender-orgel Kirche Divi Blasii
Windvoorziening
Daar het Wender-orgel in de Kirche Divi Blasii te Mühlhausen gebrek aan wind had wilde Bach graag dat drie nieuwe degelijke balgen worden geplaatst die aan het Oberwerk, Rückpositiv en nieuwe Brustwerk voldoende wind geven.
De vier oude balgen zullen, middels een sterkte windvoorziening, dienen voor het pedaal en de nieuwe Untersatz 32' zal op een aparte lade komen te staan.
De nieuwe balgen dienen voorzien te worden van een dusdanige windvoorziening
dat zowel alle stemmen apart, maar ook de stemmen tegelijk zonder onderbreking
van de windtoevoer kunnen worden gebruikt (zo staat in het Bach-rapport genoteerd).
Gravität
Om het orgel Gravität te bieden voegt Wender, op advies van Bach, een Untersatz 32' van hout (vermoedelijk sparren of vurenhout) op een aparte windlade toe. Hout was een veelvoorkomend product binnen de Midden-Duitse orgelbouw en zorgt voor minder boventonen. Soms werd een Untersatz deels van hout, deels van metaal vervaardigd zoals bij het orgel van de Johanniskirche te Lüneburg waar in 1714 door Matthias Dropa een nieuw pedaalwerk is toegevoegd.
Het plaatsen van een Untersatz 32' op de grotere orgels was in de tijd van Bach een regelmatig voorkomende bezigheid. Een aantal jaar na de restauratie en uitbreiding van het Wender-orgel in de Kirche Divi Blasii zal Bach aan het Compenius/Weißhaupt/Trebs-orgel in de Schlosskirche te Weimar ook een Untersatz 32' toevoegen aan het instrument. De grotere instrumenten die door Bach zijn gekeurd, zoals in de Marktkirche Unser lieben Frauen te Halle (Contius) en in de Johanniskirche te Gera (Fincke) hadden eveneens een Untersatz 32' op het pedaal gedisponeerd staan. Bij het Hildebrandt-orgel van de Stadtkirche St. Wenzel te Naumburg stond het register in het dispositie-ontwerp opgenomen, echter door ruimtegebrek is deze stem niet vervaardigd en geplaatst.
Bach zal de Untersatz 32' later tegenkomen tijdens zijn orgelbespelingen in de Martinskirche te Kassel (Scherer/Becker-orgel 1612/1732), de Kirche St. Peter und Paul te Görlitz (Casparini-orgel 1703) en de Frauenkirche te Dresden (Gottfried Silbermann-orgel 1736).
De majestueuze Gottfried Silberman-orgels van de Dom te Freiberg (1714), Petrikirche te Freiberg (1735), Johanniskirche te Zittau (1741) en Kathedrale Ss. Trinitatis (ehemalige Hofkirche) te Dresden (1753) worden eveneens van een Untersatz 32' voorzien.
Orgelmaker Wender heeft de Untersatz 32' niet eerder gebouwd waardoor een duidelijke invloed van Bach waarneembaar is die het register immers kende van het Stertzing-orgel in de Georgenkirche te Eisenach.
Om een betere Gravität te bieden aan het orgel worden ook de mondstukken van de Posaunen Bass 16' anders ingericht en de korpussen -die in de 17de en 18de eeuwse Midden-Duitse orgelbouw merendeels van hout zijn gebouwd en vierkant van vorm zijn -vergroot en vernieuwd.
Fagott 16'
De Trompet zal verwijderd en vervangen worden door een Fagott 16' en dient in de concertante muziek zeer delicaat te klinken (rapport Mühlhausen: 'welcher zu allerhandt neüen inventionibus dienlich, und in die Music sehr delicat klinget'); de Fagott inspireert de organist (aldus Bach) tot nieuwe mogelijkheden. In Adlungs Musica mechanica organoedi staat aangegeven dat de Fagott 16' niet over het hele klavier is geplaatst maar een omvang heeft van C-c.
Hermann Keller ziet de plaatsing van de Fagott 16' als toevoeging om een duidelijke Basso Continuo te kunnen realiseren: 'Bezieht sich dieser Passus vielleicht auf Bachs Sorge um die 'Music', d.h. um die Eignung der Orgel zur Begleitung von Kantaten, wobei das Fagott glücklich zur Führung stärkerer Continuo-Bässe, und Gedackt mit Flauto dolce zu zarten Begleitungen benützt werden konnten?'
Bij Adlung is het juiste antwoord te vinden: 'het ietwat zwakke tongwerk [Fagott] laat zich in de onderste twee octaven van het manuaal als obligate bas goed gebruiken.'
Bij de door Bach gekeurde orgels is een Fagott 16' ook te zien in het Contius-orgel van de Marktkirche Unser lieben Frauen te Halle, het Fincke-orgel van de Johanniskirche te Gera en het Hildebrandt-orgel van Stadtkirche St. Wenzel te Naumburg. In andere orgels van Wender komt geen Fagott 16' voor. Het delicate karakter staat in groot contrast met de Fagott-klank van de orgels die Gottfried Silbermann bouwde voor de Dom te Freiberg en zijn orgels in Dresden, waarbij de klank veel robuuster en luider is. Wilhelm Friedemann Bach gaf in een lovende carmen bij de oplevering van het Silbermann-orgel in de Frauenkirche te Dresden aan dat de Gravität in de Fagotto ligt.