De uitvoeringspraktijk ten tijde van Bach

30-05-2018

'De komende maanden zullen alle aspecten van de uitvoeringspraktijk m.b.t. Bachs orgelwerken centraal staan. Lees daarom dagelijks mijn blog.'

Jolanda


'Om tot een goed inzicht te komen in de uitvoeringspraktijk ten tijde van Johann Sebastian Bach in het algemeen en in de orgelwerken van hem in het bijzonder ben ik volop bezig met het bestuderen van bronnen. Daar er weinig bekend is over Bachs wijze van interpreteren en doordat zijn composities over het algemeen nauwelijks informatie bevatten is het van belang secundaire bronnen te raadplegen, zodat een helder beeld ontstaat m.b.t. de uitvoering van zijn orgelwerken.'

Met de in de jaren 60 van de vorige eeuw opkomende historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk neemt bronnenonderzoek toe. Uitvoeringen op authentieke instrumenten of replica's worden verkozen boven de toenmalige gebruikelijke uitvoeringen op eigentijdse instrumenten. Voorlopers op dit gebied zijn o.a. Nicolaus Harnoncourt, Gustav Leonardt, Frans Brüggen, Sigiswald Kuijken, John Eliot Gardiner, Ton Koopman en Philippe Herreweghe. In de orgelkunst leidde dit tot ontwikkelingen op het gebied van uitvoeringspraktijk m.b.t. het historische orgel. Vooraanstaande personen op dit terrein waren o.a. Ewald Kooiman, Felix Friedrich, Gerhard Weinberger en Peter Williams. Laatstgenoemde publiceerde The Organ Music of J.S. Bach III A Background ( 1984, 2011). Dit standaard werk behoort tot de meest voorname van de laatste decennia.


Ewald Kooiman schreef een aantal artikelen in o.a. Het Orgel en The Diapason. Hij onderzocht bronnen m.b.t. applicatuur, articulatie en ornamentiek en wijdde in het boek Uitvoeringspraktijk voor organisten, Gooi & Sticht, Baarn, 1992, een hoofdstuk aan de orgelkunst van Johann Sebastian Bach. Daarnaast werkte hij, in samenwerking met Gerhard Weinberger en Hermann J. Busch, mee aan het boek Zur Interpretation der orgelmusik Joh. Seb. Bachs. Kassel (1995). De Bach-opnamen van Kooiman vonden aanvankelijk plaats aan historische orgels van het Noord-Duitse type, met name in Nederland. Voor de derde integrale vertolking van Bachs orgelwerk selecteerde hij een aantal orgels van de Elzasser orgelbouwer Andreas Silbermann (broer van Gottfried Silbermann, die georiënteerd was op de Frans Klassieke orgelbouw) en diens zoon Andreas Silbermann.


Christoph Wolff & Markus Zepf publiceerde Die Orgeln J.S. Bachs - ein Handbuch (2006). In dit werk zijn alle orgels waar Johann Sebastian Bach aan verbonden was gedocumenteerd, de orgels welke hij vermoedelijk heeft gekend worden eveneens opgenomen.


N.a.v. de 70ste verjaardag van Ton Koopman verscheen: Clement, Albert (Ed.): Studies in Baroque, Festschrift Ton Koopman (2014). Met name directeur van het Bach-Archiv Leipzig Peter Wollny leverde een interessante bijdrage aan dit boek: An Unknown Collection of Organ Dispositions from Bach's Circle.


Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw is voor het eerst het integrale werk van Johann Sabastian Bach door het Bach Gesellschaft te Leipzig uitgebracht. De Neue Bach-Ausgabe is de tweede complete editie welke tussen 1964 en 2007 is uitgegeven door Bärenreiter en draagt de naam Johann Sebastian Bach: Neue Ausgabe sämtlicher Werke. Eveneens verschijnen er drie banden met Bach-documenten, welke door Werner Neuman en Hans-Joachim Schulze zijn gedocumenteerd. Deze stukken geven een duidelijk beeld van Bachs orgelgedachten. Belangrijke uitgevers uit de 20ste eeuw zijn: Peters en Alphonse Leduc (met vinger- en voetzettingen, registratievoorstellen en analyses van Marcel Dupré) en Breitkopf.